Wie waagt zich aan een brief?
Opdrachtgevers stellen de vraag vaker, maar altijd aarzelend. ‘Zullen we het eens per brief proberen?’ Gooi je reserves overboord. Waag het erop. De fysieke verkoopbrief, aangeboden in een zakelijke, stijlvolle envelop, met of zonder bobbel, biedt effectief tegenwicht aan het spervuur van digitale berichten.
Welk een waagstuk is een brief is de intrigerende titel van een selectie uit duizenden brieven van de Amerikaanse dichteres Emily Dickinson. In haar tijd, ze leefde van 1830 tot 1868, was het voor vrouwen taboe om hun diepere gevoelens uit te drukken in verzen, laat staan dat ze die publiceerden. Schrijven was een mannenzaak! Mevrouw Dickinson schreef haar brieven mede om haar gedichten te ‘verkopen’. Bloggen avant la lettre. Maar dan op briefpapier en één-op-één. Haar brieven, alle in de formele u-vorm, zijn taaljuwelen. Zo worden ze niet meer gebakken. Of toch?
De vraag, welk een waagstuk is een brief, is opnieuw actueel. De brief… Je weet het vast nog wel, dat beschreven vel papier, verstopt in een envelop, bezorgd door een zelfstandige postbode zonder personeel. Maken we ons op voor zijn wedergeboorte van de brief? Zien we een trend? Een kentering? Is zijn revival ingegeven door de harde werkelijkheid van teruglopende openingsrates van e-mails en digitale magazines? Of is het een kwestie van gezond verstand? De persoonlijke brief als aanvulling, niet als alternatief. Niet of-of, maar en-en.
Relevante digitale post, voorzien van een onderwerpregel waar de ontvanger niet omheen kan, wordt geopend en gelezen. Niet door iedere geadresseerde. Voor een deel verdwijnt digitale post in de prullenbak. Dat is de realiteit. Dat calculeer je in. De kans dat de envelop van je persoonlijke brief ongeopend blijft, is echter vele malen kleiner. Daar is hij te buitengewoon voor. Stop er iets in, de legendarische brief met de bobbel, en de ontvanger weet niet hoe snel hij de envelop moet openen. Iedereen raakt opgewonden van het vooruitzicht van een cadeautje. Ondanks dat je weet dat het een prul zal zijn.
‘Even voelde ik me de zonnekoning te rijk’
Kort nadat ik me bij onze regionale Chambre du Commerce had ingeschreven, ontving ik van een Franse firma in relatieartikelen een fijne ballpoint met daarin mijn voor- en achternaam gegrafeerd. Correct gespeld; geen sinecure van de Franse graveur. Even voelde ik me als de zonnekoning te rijk. Ik nam zelfs de moeite om de employee te bellen die de begeleidende brief had ondertekend. Om haar te bedanken voor de attentie en te melden dat mijn klantenkring te bescheiden van omvang was om een fatsoenlijke oplage pennen af te nemen. Dit werd op prijs gesteld en was tevens een goede gelegenheid om mijn zakelijk Frans te toetsen.
De brief is, mits hij aan diverse strenge voorwaarden voldoet, een krachtig marketingmiddel. Het belangrijkste criterium is: weet aan wie je hem richt en maak hem persoonlijk. Vergewis je van een correcte adressering en aanhef. Druk je persoonlijk uit, bij voorkeur in de ik-vorm. Zet er een goede titel boven, schrijf een openingsalinea die naar meer doet verlangen, en werk via twee of drie vervolgalinea’s toe naar een lekkere uitsmijter. Schrijf alleen een brief als je een relevant verhaal te vertellen hebt. Waar hebben we dat eerder gehoord? E-mail, digitale nieuwsbrief of fysieke brief, voor de inhoud gelden gelijkluidende spelregels. Een kleine tip die niet opgaat voor digitale post: kies een mooie postzegel uit!
Ik heb mijn antwoord klaar als een opdrachtgever aarzelend vraagt: zullen we het eens per brief proberen? Doen! De brief als waagstuk is de moeite waard. Ik zit hem bij wijze van spreken al te schrijven.
Meer weten?
Neem vrijblijvend contact op met Ton Hilderink | Tekstschrijver in Frankrijk.