Weg in de Creuse

Iedereen moet weg. We nemen kilometers file voor lief, want we willen weg. We hebben maling aan het virus, we moeten weg. Vakantie is religie. Dat laten we ons niet afnemen. ‘Ze’ pakken al zoveel van ons af, toch?

Weg in de Creuse

Op zwarte zaterdag maak ik mijn doordeweekse wandeling. Drie traptreden de veranda af, naar links, de heuvels van Saint-Goussaud in, via een licht slingerend, beschaduwd pad. Na een paar honderd meter naar rechts, de groene piste af, door fragiel waterwingebied, richting Champegaud, een slaperig dorp waar niet veel meer over te vertellen valt dan dat de huizen er buiten staan, de meeste onbewoond zijn, en die paar huizen die wel naar behoren worden benut onderdak bieden aan wellevende mensen.

Al mijmerend ga ik mijn gang. Ik filosofeer wat over voor- en tegenspoed, over persoonlijke gebeurtenissen die kunnen inslaan als een fragmentatiebom, over moedig voorwaarts en wat het leven in algemene zin zoal geeft en neemt. Net als de zee, zeg maar, de zee waar iedereen heen wil. Want iedereen wil weg. Vakantie is religie. Iedereen wil naar die oase van zand en zee en zonlicht.

In overeenstemming met mijn beschouwende stemming maak ik wat foto’s. Niks bijzonders, want ik ben geen geweldige fotograaf, al doe ik mijn best. Het leven moet je vastleggen. Is het niet voor jezelf dan wel voor je vele volgers, virtuele fans en vrienden, je zeer gewaardeerde publiek. Zonder publiek geen voorstelling, zonder vakantie geen kiekjes om te delen.

Iedereen moet weg. Behalve ik. Want wie in de Creuse woont is altijd weg. Weg in de Creuse. Zo heerlijk rustig.