Een Nederlandse eend in de Franse bijt
Eens per jaar, in de zomer, is Ahun in de Creuse een charmant trefpunt voor verstokte liefhebbers van de Lelijke Eend. Je weet wel, dé plattelandsauto en hét symbool van Frankrijk. Er zijn er bijna vier miljoen van gemaakt, de besteleend niet meegerekend.
Lelijke eendjes aan de waterkant
De manifestatie, 2CV en Fête genaamd, speelt zich af aan de oever van de gemeentelijke waterpartij. Eendjes van alle leeftijden staan in lange rijen opgesteld. Er is een buffet met koffie, bier en wijn en je kunt kaartjes kopen voor een middagmaal. Ik zou eendenborst op het menu hebben gezet, maar het organisatiecomité koos voor entrecote met friet. Desalniettemin stromen de eendenliefhebbers rond midi in groten getalen toe. Ze nemen gedisciplineerd plaats in een snel groeiende rij. Zo gaat dat in Frankrijk. Wij gebruiken het etensuur om op ons gemak langs de eendjes aan de oever van het water te flaneren, vervuld van nostalgie. De Lelijke Eend. Wie heeft er geen herinneringen aan?
Autobouwer André Citroën maakte het eclatante succes zelf niet mee. Hij stierf in 1935. De eerste eend verscheen ten tonele in 1948, tijdens de autosalon van Parijs. Citroën was toen eigendom van Michelin. Daar dachten ze: als we een autootje maken voor alle plattelanders van Frankrijk, verkopen we vanzelf meer banden. Naar verluidt moest het een autootje worden dat twee boeren en een zak aardappelen van 50 kilo of een vat wijn van 50 liter kon vervoeren. Ik vermoed dat de boeren dat vat wijn belangrijker vonden. Een ander verhaal vertelt dat er buiten de bestuurder en zijn passagier een schaap in de eend moest passen en dat de vering van dusdanige kwaliteit moest zijn dat er bij het transport van een mand vol eieren niet één exemplaar zou breken. Een journalist noemde de nouveauté tijdens de salon van Parijs ‘het lelijke eendje van Citroën’. De onverwoestbare troetelnaam was geboren.
Een ‘raar gedrocht’, die eend
De eend werd zo populair dat de wachttijd in korte tijd opliep tot drie jaar. De eend veranderde het aanzien van het Franse platteland. Paard en wagen raakten passé. Het eerste exportland was Nederland. Vanaf 1952 was de 2CV bij ons verkrijgbaar, maar ‘wij’ vonden het aanvankelijk maar een raar gedrocht. Pas halverwege de jaren zestig, met het groeien van de populariteit van Frankrijk als vakantiebestemming, ontstond er waardering voor het lelijke eendje. Hij werd het symbool van de alternatieve levensstijl. En nu is de eend, die tot 1990 is geproduceerd, zowel in Frankrijk als Nederland een collectors item en worden er soms exorbitante prijzen voor gevraagd.
Een beauty op eendenleest
We bewonderen en keuren de eendjes die we langs de waterkant tegenkomen. Dan stuiten we aan het uiteinde van de waterpartij op een glimmend rode, open sportauto. Op de kofferbak staat naast het Citroën logo de naam Burton. Nooit van gehoord. Wat is dit voor type? Wat is de ‘link’ van deze ‘beauty’ met de Lelijke Eend? Twee heren van respectabele leeftijd staan aan de kap te frummelen. Die moet dicht, want er zijn een paar eerste spatjes regen gevallen. Stel je voor dat de schitterende, intieme cockpit nat wordt! Als de heren in hun missie geslaagd zijn, informeer ik beleefd naar de herkomst van de sportauto.
Zodra zij doorhebben dat ik uit Nederland kom, stijgt hun verbazing. Maar weet ik dan niet dat Burton de eerste, enige en grootste Nederlandse fabrikant van sportwagens is? Nee, geef ik beschroomd toe. Geamuseerd leggen de heren uit dat we kijken naar een zogeheten ‘kitcar’, het resultaat van een bouwpakket, geplaats op het chassis van een Lelijke Eend en helemaal naar eigen smaak samengesteld. Ik ben verbluft.
Uit onvoorwaardelijke liefde voor de Lelijke Eend
De Burton Car Company, lees ik later op de website van de Nederlandse sportautofabrikant, bestaat sinds 1993 en heette eerder Duck Hunt. Het is de droom van Dimitri en Iwan Göbel, twee broers die als kleine jongens al fantasierijke vehikels bouwen uit wat ze maar aan weggegooide maar nog bruikbare materialen en onderdelen tegenkomen. Tijdens hun studie raken ze tot over hun oren verliefd op de Lelijke Eend. Nog enigszins bruikbare exemplaren waar ze de hand op weten te leggen, bouwen ze om tot pick-up. Ook storten ze zich op de import en verkoop van de Lomax, een kitcar uit Engeland. De naam staat voor Low Cost, Maximum Fun.
In 1999 openen de broers een 2CV shop met werkplaats, showroom en revisieafdeling, die al snel uitgroeit tot bedevaartsoord voor liefhebbers van de Lelijke Eend. Daar ontstaat het idee om met het chassis van de Lelijke Eend als fundament een nieuwe sportauto te ontwikkelen en die onder de naam Burton op de markt te brengen. In 2016 zijn er twaalfhonderd van verkocht, wat Burton in één klap tot grootste sportautofabrikant van Nederland maakt. En wie had ooit gedacht dat hun reputatie zich zou uitstrekken tot aan de oevers van de gemeentelijke waterpartij van Ahun, in de Creuse, in het hart van Frankrijk?
Je maakt wat mee op een zomerse zondag in de Limousin. Nooit bevroed dat de onvoorwaardelijke liefde voor de Lelijke Eend tot zoiets moois kan leiden.

Alwéér een welbestede zomerse zondag in de Limousin: 2CV en Fête in Ahun, Creuse