In schone grond rust je beter

Wij hebben een jonge, ambitieuze burgemeester. Om te ontsnappen aan de waan van de dag kwam hij vanuit een drukke en dure Zuid-Franse stad deze kant uit. Hij kocht een oude boerenhoeve, stichtte een gezin en startte een biologisch geitenkaasbedrijf. De kaasjes zijn van onberispelijke kwaliteit. Je koopt ze bij hem ‘aan huis’ of op een van de weekmarkten van de Creuse.

In schone grond

 

Nicolas, zo heet onze jonge, ambitieuze burgemeester, besloot zich bij de laatste gemeentelijke verkiezingen in de strijd te gooien voor het ambt. Dat was in 2014. De tijd vliegt. Niemand gaf hem ook maar een schijn van kans. Alleen al het vinden van gegadigden voor de lijst was een heikel avontuur, maar Nicolas volhardde. Hij wist vooral de jongere generatie aan zijn idealen te verbinden. De ontsteltenis was groot toen Nicolas en zijn jonge honden de verkiezingen met overgrote meerderheid wonnen. De oude garde werd weggevaagd.

Een streep door de rekening, de bezem door het hok

Vooral onze plaatselijke jagersvereniging was in rep en roer. De burgemeestersgage werd al sinds jaar en dag opgestreken door de voorzitter van de club en het volledige budget voor Vermaak en Educatie werd sinds mensenheugenis jaarlijks opgesoupeerd door etentjes en manifestaties rond het jachtgebeuren. Nicolas en zijn raad van elf haalden een dikke streep door de rekening. Ook ging de bezem door het hok. De secretaresse uit de grote stad werd vervangen door een lokale jongedame die al jaren werk zocht en de cantonnier die voor de verkiezingen riep liever zijn eigen strooien hoed op te eten dan ooit voor dit ‘stelletje rooien’ te zullen werken, kreeg stante pede zijn congé. De bermen zien er sindsdien veel beter verzorgd uit.

Het geval wil dat er geenszins sprake is van een ‘stelletje rooien’. De huidige generatie denkt allang niet meer in dergelijke dogma’s. Nicolas en zijn raad zijn gezworen ecologisten. Een afkeer van de jacht hoort daarbij als bruine saus bij een wildragout. Sinds de wisseling van de wacht mag onze gemeente zich eens per jaar verheugen op een zomers weidefeest, waar alternatieve gerechten en biologische biertjes en wijnen worden opgediend. En geitenkaasjes, uiteraard. Ook vinden er kleinschalige concerten van lokaal allooi plaats en zijn er romantische openluchtfilmvoorstellingen. Ik vind het een vooruitgang.

Voor de dode bloemen

En er wordt nog veel meer progressie geboekt. Zo zag ik een dezer dagen, tijdens mijn gewoontewandeling door het dorp, bij de ingang van ons kerkhof een bordje dat mij vertelde dat onze gemeente het verschil wil maken voor de natuur. Met een ecologisch verantwoorde rustplaats. Honderd procent pesticidenvrij onderhouden. Onder het bordje is demonstratief een houten compostbak neergezet. Voor de dode bloemen. Dat ons knusse knekelveldje weinig onderhoud vergt, er ligt voornamelijk asfalt tussen de tombes, mag de pret niet drukken. Dat de dodenakker als een nietige postzegel in een oneindig boerenlandschap ligt dat vrijwel dagelijks wordt besprenkeld met alles wat God aan pesticiden verboden heeft, doet aan de nobele bedoelingen niets af.

Ik sta erbij en kijk ernaar. Ontroerd en mild gestemd. Het leven is goed zoals het is. De natuurlijke cyclus heeft zijn beloop en het is wenselijk en billijk dat de oudere generatie ruim baan maakt voor de jongere. Nieuwe tijden, nieuw hoorngeschal. Het heden is aan de ecologisten. Dankzij hen mag ik straks eeuwig rusten in schone grond. Kom daar maar eens om.