De fabuleuze vazen van Anduze
Een oudere dame kijkt geamuseerd toe hoe ik een foto maak van een aardewerken vaas. Of ik ze mooi vind, de vazen van Anduze, vraagt ze, als ik mijn camera laat zakken. Ja, erg mooi, zeg ik. Of ik de fontein al heb gezien, iets verderop, vraagt ze. Nee, die heb ik nog niet gezien. Ze wijst me de weg. Naar rechts bij die grijze auto, de trap af en rechtdoor. ‘U loopt er vanzelf tegenaan.’
En inderdaad. Vanaf de trap zie ik het stadspleintje met de bescheiden hommage aan de traditionele vazen van Anduze al liggen. Water spuwende potten tegen het decor van een kleurrijke muurschildering. De fontein werd onlangs gerealiseerd, leer ik van een plaatselijke meneer. Hij vraagt waar ik vandaan kom, want hij hoort een ‘klein accent’. Uit Nederland, zeg ik neutraal.
Een keizerlijke opdracht
Hij steekt een droevig verhaal af over zijn werkzame jaren in Duitse asbestmijnen. Hij hield er kapotte longen en een klein pensioen aan over. Daarmee woont hij nu bij zijn moeder, in de Cévennen. Hij wijst dromerig naar de heuvels en zegt: ‘Schone lucht, maar hoe lang nog?’. Als we afscheid nemen, zegt hij dat de vazen van Anduze schatplichtig zijn aan Napoleon. Die zou precies in zijn kop hebben gehad met wat voor potten hij de tuinen van de Tuilerieën en zijn kasteel van Malmaison wilde opsieren en een keizerlijke opdracht hebben verstrekt aan een pottenbakker in Anduze.
De aimabele heer die bij zijn moeder in de bergen woont, heeft waarschijnlijk geen internet of WiFi. Dat maakt hem benijdenswaardig, want zo blijft de fabel rond Napoleon Bonaparte en de lokale pottenbakker zijn persoonlijke waarheid. Een ander broodje aapverhaal is dat Lodewijk XIV, de Zonnekoning, de vaas liet ontwerpen om er de parken van Versailles mee op te fleuren. Niets van waar, zegt Wikipedia streng.
Vazen van Italiaanse snit
De oorsprong van de vazen ligt in de tweede helft van de 17de eeuw. De vazen van Anduze zijn een samensmelting van pottenbakkersstijlen uit de Provence en toenmalige Languedoc. Het eerste model dateert van 1728 en wordt toegeschreven aan een pottenbakkersfamilie, genaamd Gautier. De vorm, een omgekeerde kerkklok, en karakteristieke decoratie, twee guirlandes, onderbroken door twee medaillons, zijn van Italiaanse snit.
De eerste, kleinschalige productie van de aardenwerken potten was bedoeld voor lokaal gebruik. In het nabijgelegen Nîmes zijn ze gek op de vazen. Nog steeds. Je vindt ze zij aan zij ter afbakening van de grote terrassen bij de roemruchte arena. Na de revolutie, toen de scherpe kantjes eraf waren en de rijken het weer gewoon voor het zeggen hadden, werden de vazen van Anduze ontdekt door de aristocratie en gegoede burgerij.
De vazen van Anduze veroveren Frankrijk
Het atelier van Gautier werd eind 18de eeuw overgenomen door de familie Boisset en die maakte er een landelijke business van. De mode zat mee. Men was in die dagen in de hogere kringen verzot op orangerieën. Daar werden ’s winters de exotische kuipplanten bewaard, citroen- en sinaasappelboompjes, vaak. Die mochten zomers weer naar buiten in hun weelderige, niet goedkope vazen van Anduze, waaraan je kon zien dat men niet van de straat was.
Zowel de oorspronkelijke bak- als de emailleertechniek bleef eeuwenlang ongewijzigd. Gezien het gebruik hoefden de vazen niet vorstbestendig te zijn. En dat zijn ze nog steeds niet, ontdekken we bij Poterie de la Madeleine, iets buiten Anduze. Ik aas op een grootformaat vaas in de koopjeshoek. Er is een scherf af, aan de voet, wat zomaar honderd euro scheelt op de nieuwprijs. Ik blijf een ‘ollander’. Maar ik aarzel, want overal staan bordjes met de waarschuwing dat de potten ’s winters naar binnen moeten. Zonder aarde is de pot al loodzwaar, laat staan mét. Ik zie me daar niet elk najaar en voorjaar mee zeulen, eerlijk gezegd.
Zuid-Franse kak, daar in die Gard
Zal het werkelijk zo’n vaart lopen? Ik leg mijn dilemma voor aan een verkoopadviseuse. Kan ik hem echt niet buiten laten staan? Ter verduidelijking vertel ik erbij dat ik in de Creuse woon. ‘Oh nee, mijnheer, geen sprake van!’, zegt ze oprecht geschrokken. ‘Dat is vragen om ellende’. Zelfs als ik een binnenpot gebruik, legt ze uit, is de kans groot dat het glazuur er bij een paar graden onder nul spontaan van afspringt. En vriest het harder, dan trekken er ongetwijfeld barsten in het aardewerk. Daar kun je op wachten. Zéker in de Creuse. Ze trekt er een gezicht vol afschuw bij, alsof ze zeggen wil: daar moet je helemaal niet willen wonen. Ik vind haar ineens niet aardig meer. Zuid-Franse kak, daar in die Gard.
Ik kies eieren voor mijn geld en stel me tevreden met een klein, hanteerbaar exemplaar. Hij is helemaal gaaf. Ik reken hem netjes af, mijn handgebakken vaas van Anduze, maar de sfeer tussen mij en de verkoopadviseuse is bekoeld. Ze mag blij zijn dát ik betaal. Van Napoleon Bonaparte is een onbetaalde rekening gevonden in de archieven van de familie Boisset. Vandaar dat de naam van de kleine Corsicaanse keizer voorgoed met de fabelachtige vazen van Anduze verbonden is. De vazen zijn keurig in Parijs afgeleverd, maar betalen ho maar. Naar verluidt, is hij uiteindelijk verbannen.