De kip of het ei?
Het ene ei is het andere niet. Het oordeel van de keurmeesters kan de reputatie van een kip vernietigen. Dan wacht de pan. Zo blijkt in Cieux, tijdens een kippenfeest voor ingewijden. Ik mocht erbij zijn en kijk voortaan met andere ogen naar mijn ochtendeitje.

Eieren keuren is een bloedstollende aangelegenheid
‘Racekippen’, dacht ik nog
We zijn in Cieux, in de Haute-Vienne, waar het Fête européenne de la poule Marans – poule de race plaatsvindt. Stom, toen ik het las dacht ik aan ‘racekippen’. Daar had ik meteen beelden bij. Het gaat echter om een uit de kluiten gewassen legkip, vernoemd naar een dop in de Charante-Maritime. Ze produceert roodbruine eieren. Naar verluidt loop je er geen risico op de salmonella-infectie mee. Vlies en schaal zijn te dik om de bacterie een kans te geven. Nadeel voor de kuikens: ze hebben een vuist en beitel nodig om uit het ei te breken en dat loopt niet altijd goed af.
Het Europese kippenfeest, zo blijkt al snel, is een onderonsje van kenners. Op het programma staan een fotowedstrijd, een eierschouw, en, u raadt het al, een middagmaal sous chapiteau. Met name het keuren der eieren, zien we, is een bloedstollende aangelegenheid. Er staat veel op het spel. al hebben wij geen idee wat. Tot grote opluchting van mijn vrouw zijn we snel uitgekeken.
Mijn vrouw is namelijk als de dood voor kippen. Ik zeg dit in vertrouwen. Alektorofobie, zo heet dit ongemak. Deskundigen beschrijven er diverse mogelijke oorzaken voor, maar het voert te ver om daar nu bij stil te staan. Mijn vrouw vindt kippen ‘griezels’. Houd het daar maar op.
Verjaardagskippen
Toen mijn vrouw en ik elkaar nog maar kort kenden en wij ons na een lange reis in Friesland vestigden, deed ik haar drie kippen en een haan cadeau. Dat vond ik landelijk en passen bij ons nieuwe leven. Wij hadden een dorpshuisje gekocht ‘boven Dokkum’, waar de wereld nog met kranten zit dichtgeplakt. Ene Henny uit Holwerd, die vanwege rugklachten in de WAO zat en op voordracht van een buurman een terras bij ons had aangelegd, kwam de kippen
‘s morgens bezorgen. De stenen van ons terras werden er later bij wijze van oudejaarsnachtgrap door de dorpsjeugd uit gesloopt. Een aardige Friese traditie. Maar dit terzijde. Terug naar de kippen.
Henny had ze keurig opgehokt in een kartonnen doos die op ons achterplaatsje stond, waar zich ook een kleine schuur bevond. Ik leidde mijn vrouw liefdevol naar haar geschenk.
‘Voor jou’, zei ik, ‘gefeliciteerd.’
Mijn vrouw keek me vragend aan en ik besloot haar een handje te helpen door de kleppen van de doos open te vouwen. De haan en zijn hennen hielden zich stil en van de domme. Een talent waar kippen van nature over beschikken. Mijn vrouw keek voorzichtig in de doos en de gruwelijke waarheid drong tot haar door.
‘Kippen!’, riep ze vol afgrijzen uit, en liet daar meteen op volgen: ‘ze zijn hartstikke dood!’
Dat leek haar enigszins gerust te stellen.
‘Nee hoor’, zei ik, ‘schop er maar eens tegenaan.’
Ze schopte. Aarzelend.
Over de kip en het ei
De haan kwam als eerste uit de veren. Hij fladderde recht op mijn vrouw af, die meteen in blinde paniek om zich heen sloeg. De haan schrok zich een ongeluk en verschanste zich in de dakgoot. De drie hennen, ontwaakt door het kabaal, volgden zijn voorbeeld. Ze leken niet van zins daar nog uit te komen. Wat ik ook probeerde, eerst met een bezem, vervolgens met een uitschuifhengel, het gevogelte gaf geen gehoor aan mijn smeekbede naar beneden te komen, waar ik in de kleine schuur een comfortabel plekje voor ze had gecreëerd.
Ten einde raad ging ik in het dorp op zoek naar hulptroepen. Dit verliep met horten en stoten, want men uit zich in deze contreien in een eigen, voor de buitenstaander onbegrijpelijke taal. Ons achterplaatsje vulde zich met nieuwsgierige Friezen. Er werd een ladder bijgehaald en een knoestige kerel plukte de kippen hardhandig uit de goot. Men vond ons al rare kostgangers, maar nu waren wij zéker de losers van het dorp. Men dreef nog lang de spot met ons.
Ik zie het allemaal levendig voor me, terwijl we ons in Cieux, in de Haute-Vienne, buigen over de enige wezenlijke levensvraag, die van de kip en het ei. Het ergste was: onze kippen wilden maar niet aan de leg. Nadat we meer dan een jaar tevergeefs op ons eerste verse eitje hadden gewacht, belde ik Henny om de kippen te ruimen.
Hij zat nog steeds in de WAO.