Een persoonlijk adieu aan Frankrijks laatste grote president, Jacques Chirac

Op maandagavond 27 december 1999 zaten mijn vrouw en ik genoeglijk aan tafel in ons eerste huisje in de Creuse. Plots hoorden we buiten een ons onbekend, vrees aanjagend en aanzwellend geloei. We openden de deur. Voorzichtig, op een kier. We werden terstond naar binnen geblazen. Iets later ging het licht uit. Een geluk bij een ongeluk: we beschikten over een royale voorraad kaarsen. We kwamen de nacht zonder kleerscheuren door. Ons huisje bleek stormbestendig. De volgende dag, na ons een eerste indruk te hebben gevormd van de ravage in de omgeving, maakten we kennis met de zojuist overleden oud-president Jacques Chirac.

 

Adieu aan Jacques Chirac

 

Ja, je leest het goed. We maakten persoonlijk kennis met deze grote president. Op dinsdagavond 28 december zaten wij wederom in onze knusse woonkeuken. De houtoven snorde. De storm had ons weliswaar van de buitenwereld afgesneden, honderden elektriciteitsmasten waren als lucifershoutje geknapt, kabels krioelden over de wegen, maar wij waren niet voor één gat te vangen. Wij waren in het rijke bezit van een transistorradio met verse batterijen. Zo kwam het dat wij er met zacht kaarslicht bij waren toen Jacques Chirac ons departement moed insprak. Hij opende met de historische woorden: La Creuse est blessée.

En zij wás gewond, de Creuse. De tempête, die Martin werd gedoopt, sloeg in als een bom. Er werden windsnelheden van ruim 150 km/u gemeten. Bossen gingen plat, daken vlogen van huizen en schuren, schoorstenen legden het loodje, er vielen gewonden en een enkele dode, duizenden huishoudens kwamen zonder stroom te zitten. Daartoe behoorde ook het onze. Meer dan tien dagen moesten we het stellen zonder licht. Het leek wel oorlog, al had ik die nooit meegemaakt.

Troostende woorden van Jacques Chirac

Telkens als het me zwaar te moede werd, die donkerte en dat flakkerende kaarslicht, dacht ik aan de gedragen woorden van onze president, uitgesproken met die karakteristieke, aristocratische, donkerbruine, sonore stem. La Creuse est blessée. Gevolgd door oprechte uitingen van troost en solidariteit en de belofte dat de republiek er alles aan zou doen om de schade te herstellen. Het komt weer goed, zei de president, alors… En het kwam goed. Al is de schade aan de bossen van de Creuse tot op de dag van vandaag zichtbaar.

Onze paden bleven elkaar kruisen. Dankzij Jacques Chirac werd de Limousin met een voortreffelijke, tolvrije, snelweg aangesloten op Parijs. Dat kwam ons goed uit, want zo waren we sneller bij ons geliefde huisje dat toen nog een secondaire was. Boze tongen beweren dat de president zo voortvarend te werk was gegaan om zich vanuit het Élysée snel en comfortabel per dienstauto naar zijn familiekasteel in de Corrèze te kunnen verplaatsen. En vice versa. Onzin natuurlijk. Maar welke Franse president krijgt de wind niet van voren van zijn ondankbare citoyens?

Toen wij  enkele jaren geleden besloten om naast ons verblijf in de Creuse een pied à terre te nemen in Brive-la-Gaillarde, het heerlijkste stadje van Frankrijk, begrepen we pas goed hoe groot en geliefd onze president was. Hij wordt in Brive op handen gedragen. Geen kwaad woord! Er zijn wel vijf boetieks waar je shirts kunt kopen met de beeltenis van de oud-president. En het is altijd druk in die winkeltjes. In het Musée du Président Jacques Chirac, waar al zijn staatscadeaus liggen uitgestald, ontdekten we dat de president ook zichzelf een toffe kerel vond. In een ruime zaal straalde hij ons vanaf alle wanden in legio posities met zijn charismatische kop tegemoet.

Jacques Chirac, voor veel Fransen de laatste grote president

De contacten waren innig. Ik zal ze missen. Volgens veel Fransen was Chirac de laatste grote president. Sarkozy, Hollande en Macron zijn scharminkels, vergeleken bij de boomlange (1.90 m) levensgenieter en charmeur die met het grootste gemak van de wereld meedraaide met elke politieke wind of storm. Zijn persoonlijke tempête, een proces vanwege vermeende malversaties als burgemeester van Parijs, liep in 2011 met een sisser af. Chirac werd veroordeeld tot twee jaar voorwaardelijke gevangenisstraf, maar hoefde nooit te brommen.

In die donkere periode, waarin het woord corruptie als een schaduw over zijn grandeur hing, stak ik hem menigmaal een hart onder de riem. Kop op, mon grand! In de Creuse en Corrèze houden we van je. Neem nog een ortolaantje en laat ‘m je smaken! Als ze het in hun hoofd halen om je op water en brood te zetten, trekken we gele hesjes aan en bestormen we de Bastille. Het hoefde er nooit van te komen, gelukkig. En nu is hij dood. Met dankbaarheid denk ik terug aan onze Grote President, aan Mr. 5 minutes, douche comprise. Jaren geleden waarschuwde hij al voor de klimaatramp die zich voltrekt. Met de woorden: ‘Ons huis staat in brand, en wij kijken de andere kant uit.’ Hij werd 86. Een mooie leeftijd. Maandag is een dag van nationale rouw. Mijn zwarte pak hangt klaar voor de staatsbegrafenis.